De instrumenten
De instrumenten van Gott Folk!
Nyckelharpa
De nyckelharpa is een Zweeds strijkinstrument met twee buitengewone eigenschappen die samen een unieke klank mogelijk maken: tangenten en resonantiesnaren.
De toonhoogte wordt bepaald door een mechaniek waardoor tangenten - houten stokjes die loodrecht naast de snaren staan - tegen de snaar gedrukt worden. Dat geeft een heel helder geluid. De bespeler drukt met de vingers toetsen in, die aan de zijkant van de hals van het instrument zitten. Dit systeem kennen we ook van de draailier. Maar anders dan bij de draailier worden de snaren met een strijkstok aangestreken.
Door een tweede eigenschap van de nyckelharpa krijgt de klank een extra dimensie. Naast de vier speelsnaren lopen er nog eens twaalf snaren over het instrument, die chromatisch gestemd zijn. Deze snaren, die resonantiesnaren worden genoemd, worden niet bespeeld maar gaan automatisch meeklinken wanneer je een toon aanstrijkt.
Dit instrument kwam rond 1400-1500 verspreid over Europa voor. Vanaf het midden van de 20e eeuw werd de nyckelharpa in Zweden verder ontwikkeld tot een chromatisch instrument met vier snaren: drie met tangenten plus een bourdon-snaar. Rond 1980 was deze ontwikkeling voltooid.........althans in Zweden! Maar toen de nyckelharpa rond die tijd ook buiten Zweden de aandacht begon te trekken, grepen bouwers in andere landen de kans aan dit instrument nog verder te ontwikkelen. Zo werd het aantal toetsen ("sleutels") verder uitgebreid en vaak kreeg ook de lage snaar een rij tangenten. In Gott Folk! Gebruiken we een nyckelharpa van de Duitse bouwer Johannes Mayr, met tangenten op alle vier speelsnaren.